Pagina's

14 november 2012

Alpaca; een achtergrondverhaal

Valentín en Anastasia zijn getrouwd en hebben vier dochters en een zoon. Ze zijn beiden 38 jaar oud en hun kinderen variëren in leeftijd van 6 tot 19 jaar. Ze wonen al hun hele leven in het dorpje Phinaya, in de regio Cusco (Peru), op 4.700 meter hoogte in het Andes gebergte. De wind is er koud en guur en de zon is brandend fel. Met een goede auto is het zo'n drie uur rijden vanaf het dichtstbijzijnde stadje Sicuani. Op die hoogte is het niet mogelijk gewassen te verbouwen en de enige bron van inkomsten voor het gezin van Valentin en Anastasia zijn hun 60 alpaca's. Ze houden de alpaca's voornamelijk voor de wol, maar ze slachten ze ook wel eens voor het vlees en in moeilijke tijden verkopen ze de beste rassen voor wat extra inkomen. Alpacavlees staat bekend als gezond door het hoge eiwitgehalte en het lage vetpercentage. De rolverdeling in het gezin is duidelijk. De kinderen gaan naar school en helpen in hun vakanties hun moeder bij het verzorgen van de alpaca's. Na de middelbare school vertrekken de kinderen meestal naar de stad waar ze baantjes aannemen als hulp in de huishouding of chauffeur van een motor-taxi.


Anastasia staat dagelijks om 4 uur 's ochtends op, maakt het ontbijt klaar en gaat dan op pad met de alpaca's om ze te laten grazen. Ondertussen maken ze garens van de wol waarvan ze kleding breien. Rond 4 uur 's middags  komt ze weer thuis om het avondeten te bereiden. De mannen spelen een belangrijke rol bij het scheren van de alpaca's. Elke alpaca wordt gemiddeld eens in de twee jaar geschoren. De mannen zijn ook actiever in het onderhouden van relaties en politieke betrekkingen. Ze gaan vaker naar de stad of naar een lokale markt die anderhalve dag reizen verderop ligt. Het is een ruilmarkt waar ze alpaca's, vlees, wol en kleding kunnen ruilen voor rijst, groenten, suiker, zout en andere voedingsmiddelen. Anastasia geeft aan dat het leven er de laatste jaren niet makkelijker op geworden is. De prijzen voor deze voedingsmiddelen stijgen namelijk harder dan de prijs die betaald wordt voor de wol van hun alpaca's. Hun alpaca's dalen jammer genoeg dus in waarde. Een kind een jaar naar school kunnen sturen kost minimaal 140 Peruaanse soles, terwijl de verkoop van een gezonde alpaca slechts 100 soles oplevert.


Het gezin is lid van een vereniging van alpaca en vicuña-houders, genaamd Angel de los Andes de Phinaya. De vereniging is op haar beurt weer lid van de vereniging Acrivirc. Acrivirc vertegenwoordigt ongeveer 8.000 kleine boeren die georganiseerd zijn in 50 lokale verenigingen en gemeenschappen. Acrivirc is weer lid van Coopecan. Sinds 2011 levert de vereniging van Valentin en Anastasia wol aan Coopecan, wat een zeer goede beslissing is gebleken. Doordat wolspecialisten de scheerwol voor Coopecan sorteren en classificeren kan een eerlijker prijs worden betaald aan de boer. Door te voelen, kunnen speciaal getrainde vrouwen de wol in vijf verschillende kwaliteitsklassen indelen. In plaats van dat de boer(in) een standaardbedrag krijgt per kilo, krijgt hij of zij bij Coopecan betaald naar gelang de kwaliteit van de wol. Voorheen verkochten ze de wol aan handelaren die gemiddeld 6 Peruaanse soles betaalden voor een pond wol. Dankzij Coopecan is het inkomen opgelopen tot gemiddeld 10 soles voor een pond. In 2011 hebben Valentín en Anastasia 100 pond geleverd aan Coopecan wat dus een inkomensverbetering betekent van 400 soles. Omgerekend is dat slechts 120 euro maar voor de omstandigheden waarin de familie leeft, is dat een aanzienlijke vooruitgang. De boeren leven in veelal afgelegen gebieden waar geen verharde weg naar toe gaat en geen elektriciteit is. Voor water zijn ze aangewezen op de beekjes en riviertjes met smeltwater van de besneeuwde bergtoppen en gletsjers.

Kwaliteit loont dus en daarvan zijn ook Valentin en Anastasia zich nu meer bewust. Ze weten nu beter welke alpaca's het hoogste percentage wol bezitten van hoge kwaliteit en ze kunnen daarom gerichter fokken. Ook heeft de interventie van Coopecan ervoor gezorgd dat handelaren hogere prijzen betalen voor de wol. Door gebrek aan werkkapitaal is Coopecan helaas nog niet in staat alle wol van haar leden op te kunnen kopen. Anastasia en Valentin zijn content met Coopecan en hopen dat Coopecan in staat zal zijn om een eigen verwerkingsfabriek voor tops, garens en op zeker moment ook kleding neer te zetten, zodat de kosten dalen en zij uiteindelijk een nog betere prijs ontvangen. Ze glunderen van trots als Peru Moda ter sprake komt waar kleding op de catwalk werd geshowd gemaakt van de wol van hun alpaca's. Ze hopen dat ze met meer inkomsten hun kinderen kunnen laten studeren zodat ze in staat zijn de alpacahouderij als een echt boerenbedrijf te managen. Ook zijn ze blij met de ondersteuning van Agriterra aan Coopecan en hopen ze veel te leren van de ontwikkelingen die Nederlandse boeren en hun coöperaties hebben doorgemaakt. Ze voelen zich door de overheid aan hun lot overgelaten en ondersteuning in welke vorm dan ook is meer dan welkom.

Dank aan


Geen opmerkingen:

Een reactie posten