Valentín en Anastasia zijn getrouwd en hebben vier dochters en een zoon. Ze zijn beiden 38
jaar oud en hun kinderen variëren in leeftijd van 6 tot 19 jaar. Ze wonen al
hun hele leven in het dorpje Phinaya, in de regio Cusco (Peru), op 4.700 meter
hoogte in het Andes gebergte. De wind is er koud en guur en de zon is brandend
fel. Met een goede auto is het zo'n drie uur rijden vanaf het dichtstbijzijnde
stadje Sicuani. Op die hoogte is het niet mogelijk gewassen te verbouwen en de
enige bron van inkomsten voor het gezin van Valentin en Anastasia zijn hun 60
alpaca's. Ze houden de alpaca's voornamelijk voor de wol, maar ze slachten ze
ook wel eens voor het vlees en in moeilijke tijden verkopen ze de beste rassen
voor wat extra inkomen. Alpacavlees staat bekend als gezond door het hoge
eiwitgehalte en het lage vetpercentage. De rolverdeling in het gezin is
duidelijk. De kinderen gaan naar school en helpen in hun vakanties hun moeder
bij het verzorgen van de alpaca's. Na de middelbare school vertrekken de
kinderen meestal naar de stad waar ze baantjes aannemen als hulp in de
huishouding of chauffeur van een motor-taxi.
Anastasia staat dagelijks om 4 uur 's ochtends op,
maakt het ontbijt klaar en gaat dan op pad met de alpaca's om ze te laten
grazen. Ondertussen maken ze garens van de wol waarvan ze kleding breien. Rond
4 uur 's middags komt ze weer thuis om het avondeten te bereiden. De
mannen spelen een belangrijke rol bij het scheren van de alpaca's. Elke alpaca
wordt gemiddeld eens in de twee jaar geschoren. De mannen zijn ook actiever in
het onderhouden van relaties en politieke betrekkingen. Ze gaan vaker naar de
stad of naar een lokale markt die anderhalve dag reizen verderop ligt. Het is
een ruilmarkt waar ze alpaca's, vlees, wol en kleding kunnen ruilen voor rijst,
groenten, suiker, zout en andere voedingsmiddelen. Anastasia geeft aan dat het
leven er de laatste jaren niet makkelijker op geworden is. De prijzen voor deze
voedingsmiddelen stijgen namelijk harder dan de prijs die betaald wordt voor de
wol van hun alpaca's. Hun alpaca's dalen jammer genoeg dus in waarde. Een kind
een jaar naar school kunnen sturen kost minimaal 140 Peruaanse soles, terwijl
de verkoop van een gezonde alpaca slechts 100 soles oplevert.
Het gezin
is lid van een vereniging van alpaca en vicuña-houders, genaamd Angel de los
Andes de Phinaya. De vereniging is op haar beurt weer lid van de vereniging
Acrivirc. Acrivirc vertegenwoordigt ongeveer 8.000 kleine boeren die
georganiseerd zijn in 50 lokale verenigingen en gemeenschappen. Acrivirc is
weer lid van Coopecan. Sinds 2011 levert de vereniging van Valentin en Anastasia
wol aan Coopecan, wat een zeer goede beslissing is gebleken. Doordat
wolspecialisten de scheerwol voor Coopecan sorteren en classificeren kan een
eerlijker prijs worden betaald aan de boer. Door te voelen, kunnen speciaal
getrainde vrouwen de wol in vijf verschillende kwaliteitsklassen indelen. In
plaats van dat de boer(in) een standaardbedrag krijgt per kilo, krijgt hij of
zij bij Coopecan betaald naar gelang de kwaliteit van de wol. Voorheen
verkochten ze de wol aan handelaren die gemiddeld 6 Peruaanse soles betaalden
voor een pond wol. Dankzij Coopecan is het inkomen opgelopen tot gemiddeld 10
soles voor een pond. In 2011 hebben Valentín en Anastasia 100 pond geleverd aan
Coopecan wat dus een inkomensverbetering betekent van 400 soles. Omgerekend is
dat slechts 120 euro maar voor de omstandigheden waarin de familie leeft, is
dat een aanzienlijke vooruitgang. De boeren leven in veelal afgelegen gebieden
waar geen verharde weg naar toe gaat en geen elektriciteit is. Voor water zijn
ze aangewezen op de beekjes en riviertjes met smeltwater van de besneeuwde
bergtoppen en gletsjers.
Kwaliteit loont dus en daarvan zijn ook Valentin en
Anastasia zich nu meer bewust. Ze weten nu beter welke alpaca's het hoogste
percentage wol bezitten van hoge kwaliteit en ze kunnen daarom gerichter
fokken. Ook heeft de interventie van Coopecan ervoor gezorgd dat handelaren
hogere prijzen betalen voor de wol. Door gebrek aan werkkapitaal is Coopecan
helaas nog niet in staat alle wol van haar leden op te kunnen kopen. Anastasia
en Valentin zijn content met Coopecan en hopen dat Coopecan in staat zal zijn
om een eigen verwerkingsfabriek voor tops, garens en op zeker moment ook kleding
neer te zetten, zodat de kosten dalen en zij uiteindelijk een nog betere prijs
ontvangen. Ze glunderen van trots als Peru Moda ter sprake komt waar kleding op
de catwalk werd geshowd gemaakt van de wol van hun alpaca's. Ze hopen dat ze
met meer inkomsten hun kinderen kunnen laten studeren zodat ze in staat zijn de
alpacahouderij als een echt boerenbedrijf te managen. Ook zijn ze blij met de
ondersteuning van Agriterra aan Coopecan en hopen ze veel te leren van de
ontwikkelingen die Nederlandse boeren en hun coöperaties hebben doorgemaakt. Ze
voelen zich door de overheid aan hun lot overgelaten en ondersteuning in welke
vorm dan ook is meer dan welkom.
Dank aan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten