Pagina's

06 februari 2018

Naar aanleiding van

Tijdens het Handwerkcafé Zwolle, 23 augustus 2017, kwam er een mevrouw, Irma,  binnen die nog niet eerder geweest was. Ze kwam naar aanleiding van een tentoonstelling die ze jaren geleden gezien had. Een tentoonstelling over mutsen waar ook een workshop bij was geweest. De workshop waarvan ze het nog steeds jammer vond dat ze er toen niet naar toe kon.
Al pratend kwam naar voren dat het het Rijksmuseum geweest moest zijn.
Op de vraag of ze dan onlangs misschien ergens over de inspiratiebron van De Hoedenmaker had gelezen, zei ze; "Nee. Ik lees kranten maar www heb ik niet."

De Hoedenmaker in het Rijks  *
Het bleek te gaan om de mutsen die gevonden zijn in graven van walvisvaarders op Spitsbergen.
Ze wilde eigenlijk alsnog voor iemand een 'Spitsbergen-muts' breien. Maar hoe zou ze dat aanpakken?

Op dat moment vielen er een aantal dingen samen. De inspiratie van De Hoedenmaker, dé mutsen in het Rijks. (Posted 10 augustus 2017.) En de hernieuwde belangstelling voor de mutsen.

Er bleek nog een patroon te zijn van dé Spitsbergen-mutsen dat tijdens de workshop gebruikt is. Patroon besteld, voorbeeld gemaakt en Irma helemaal blij.
Handwerkcafé Zwolle heeft een voorbeeld gemaakt naar aanleiding van het patroon. Een patroon dat eigenlijk een handleiding is. De muts is gebreid van Lang Yarns - dipinto.


Een stoer zeemanshoofd zou beter tonen
Handwerkcafé Zwolle

* De post van De Hoedenmaker heeft geleid tot een bijzonder kledinglabel DJM

Inmiddels is ook de belangstelling voor de mutsen gewekt van de Crafts Council in verband met
2018 - Jaar van Cultureel Erfgoed.

Handwerkcafé Zwolle

Voor wie het leuk vindt, meer achtergrondinfo:
Een bijzondere vondst was het. Een eenvoudige gebreide muts met gekleurde banen als versiering. Waarom dan bijzonder? De muts is opgegraven in Spitsbergen tussen 1997 en '81 door medewerkers van het Arctisch Centrum van Universiteit Groningen.

Spitsbergen is ondekt door Willem Barendtsz in 1596. Hij was op zoek naar een doorvaart richting China. Hij noemde de eilandengroep naar de stijle rotsen die hij zag. Wat Willem en zijn bemanning opviel waren enorme aantallen walvissen rond Spitsbergen.
Pas in de 17e eeuw werden deze walvissen van economisch belang.

De bevolking nam enorm snel toe, de economie ging bloeien en er kwam industrie. Er kwam meer vraag naar kaarsen, lampolie en vetten. Voordien was dat allemaal plantaardig maar er begonnen experimenten met dierlijke vetten. Walrussen het zeehonden waren het doelwit. Maar al snel werd overgeschakeld naar walvissen vanwege hun grootte. De Engelsen hebben als eerste schepen die richting gestuurd in 1611 en de Nederlanders volgden 28 schepen waarvan het aantal groeide tot 200.

Bedrijven die hier uit voort kwamen zijn bijvoorbeeld traankokerijen. Ik weet niet of het om hetzelfde spul gaat maar de 'levertraan' in de winter herinner ik me goed.

Er zijn op Spitsbergen graven gevonden van walvisvaarders waarvan het merendeel, volgens onderzoeken, overleden is aan scheurbuik.
Wat opvalt is dat er veel kleding goed geconserveerd was. Broeken, hemden, sokken en veel mutsen.
De mutsen bleken geen van allen gelijk. Het vermoeden is dat de mannen allemaal hetzelfde gekleed gingen en je aan de muts zag om wie het ging. Omdat het om identiteit ging, werd de muts waarschijnlijk meebegraven.

Dit lijkt heel veel op de geschiedenis van de visserstruien. Waarvan de patronen van moeder op dochter doorgegeven werden. De patronen bleven dan vooral binnen een vissersdorp. Je herkende de vissers aan het patroon van stad of dorp. Binnen de gemeenschap kon je aan het 'handschrift' de maakster herleiden.

Delen uit een artikel overgenomen van Jan de Hond, conservator Geschiedenis aan het Rijksmuseum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten