06 februari 2013

Vlisco - achtergrondverhaal

Enige tijd geleden is een delegatie uit Benin (West Afrika) op bezoek geweest in Nederland. Dit in verband met een samenwerking tussen twee vrouwenorganisaties in Benin (Tikonna en Mialebouni) en Vrouwen van Nu. Handwerkcafé Zwolle is samen met deze delegatie op bezoek geweest bij Vlisco in Helmond.


Historie Vlisco, De Modekoning van Afrika
In 1802 heeft zich op het Vlisco-terrein een textieldrukker gevestigd met de naam Sutorius. Deze Nederlandse Handelsmaatschappij bracht een groot deel van geverfde en bedrukte textiel naar Nederlands Indië. Tijdens de afscheidingsoorlog tussen 1830 en 1839 werd er bijna geen handel bedreven waardoor Sutorius in de problemen kwam.
Een rijke koopman uit Amsterdam, Pieter Fentener van Vlissingen (Pieter-1) wilde hem financieel helpen. Daarbij werd overeengekomen om  het bedrijf op termijn over te doen aan zijn zoon (Pieter.2). Na een opleiding van 3 jaar nam Pieter jr. op 20-jarige leeftijd de fabriek van Sutorius over. Zijn vader was inmiddels overleden. Hij breidde al snel uit en ging verder onder de naam Pieter Fentener van Vlissingen & Co.
Pieter had nog twee ooms (Paul en Frits) die een belangrijke rol speelden. Oom Paul, mede oprichter van Stork Werkspoor, zorgde voor transport naar Nederlands Indië. Oom Frits woonde in Nederlands Indië en stuurde staaltjes batik om ze in Helmond na te laten maken. Het leeuwendeel ging naar Nederlands Indië maar ook toen werd er al geëxporteerd naar West Afrika.

© Vlisco


Van imitatiebatik voor Nederlands Indië naar Dutch Wax voor Afrika
Pieter Fentener van Vlissingen -3 (1853-1927) heeft van 1873 tot zijn door in 1927 een belangrijke rol vervuld. In deze periode is het accent verlegd van Nederlands Indië naar vele Europese landen en een deel Afrika. Zijn twee zoons het in de jaren '20 het werk overgenomen. Zoon Pieter -4 richtte zich op de Europese markt en zoon Jan vanaf de '30er jaren op de Afrikaanse markt. Dit was mede omdat de Nederlandse regering een exportverbod had opgelegd van batiks naar Nederlands Indië om kleine locale batikbedrijfjes daar te beschermen. Inmiddels heeft Vlisco een geweldige naam opgebouwd in heel West en Midden Afrika. 
Tot de jaren '90 was 90% van de ontwerpen een klantopdracht en 10% eigen creaties. Inmiddels is dat percentage omgedraaid. Ontwerpers zijn opgeleid aan de kunstacademie en verzorgen 90% van de creatieve ontwerpen. Door het maken van inspiratiereizen hebben zij kennis en inzicht verworven om voor de Afrikaanse markt te kunnen ontwerpen.
Diverse bedrijven maken deel uit van de Vlisco-groep. Distributie en productiebedrijven onder andere ook in Ghana en Ivoorkust.
Vlisco behoort tot het topsegment van de Afrikaanse kledingmarkt. Vrouwen met aanzien die het zich kunnen permitteren dragen Vlisco met verve. Voor ons idee; Vlisco is vergelijkbaar met Versace.

© Vlisco
De blokdrukstempels die tot 1985, sporadisch nog, in Helmond werden gebruikt zijn inmiddels vervangen door gemechaniseerde technieken. In de Afrikaanse bedrijven worden ze nog wel gebruikt. De stempels hebben nummers aan de zijkant. De nummers corresponderen met de dessins die ermee gedrukt worden.

Drukken wordt gedaan door het drenken van de stempel in een drukpasta, waarna de stempel op doek gedrukt wordt. Dit doek is vooraf met hars (wax) bedrukt in hetzelfde design dat op de stempel staat. De met hars bedrukte doek wordt geverfd in een indigo-bad. Daarbij blijven de met hars bedrukte gedeelten wit. De hars wordt vervolgens deels of geheel verwijderd, waardoor er witte plekken ontstaan die vervolgens weer bedrukt kunnen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten