Het betreft hier een pre-historische techniek die gebruikt werd lang voordat de techniek van weven bekend werd.
De bast van de Mutuba-boom (Fiscus Natalensis) wordt geoogst tijdens het regenseizoen. Daarna volgt een lang en zwaar proces om de bast te bewerken door erop te slaan met verschillende houten hamers. Hiermee wordt een fijne textuur verkregen en komt de terracotta kleur meer naar voren.
En, er moet ook goed opgelet worden dat de schors niet te snel droogt. (De bast ondergaat diverse handelingen die ook gebruikt worden bij leerlooien - Handwerkcafé Zwolle)
Het doek in de terracotta kleur wordt door zowel mannen als vrouwen gedragen. Koningen en stamhoofden dragen het doek ook maar pas nadat het wit of zwart geverfd is om status te laten zien. Het doek wordt vooral gedragen bij belangrijke gebeurtenissen. Kronings- of genezingsceremonie, begrafenissen. Maar het wordt ook voor andere doeleinden dan kleding gebruikt. Bijvoorbeeld pakdoek.
De kennis over de productie van dit doek was bekend in bijna ieder dorp van het Buganda koninkrijk. Maar met de introductie van katoenen stoffen die meegebracht werden door Arabische handelsreizigers in de negentiende eeuw werd het maken van het doek van bast naar de achtergrond verdreven. Het doek wordt tot op de dag van vandaag nog steeds gezien als een belangrijk onderdeel bij culturele en spiritule traditionele activiteiten. Tegenwoordig wordt er veel aandacht besteed aan dit vakmanschap om het uitsterven ervan voor te blijven.
Bron: UNESCO
Geen opmerkingen:
Een reactie posten